Het spreekt voor zich dat het gemakkelijker is het paard in een longeercirckel te longeren dan in een uitgerekt weiland.
Als het dier een zee van ruimte omzich heen heeft, is de verleiding om uit te breken vaak te groot, en een intelligent paard heeft zich slecht gedrag sneller aan- dan afgeleerd. Longeer het dier daarom in een afgezette longeercirkel.

 

Beschik je niet over een longeerring zet dan een gedeelte van de rijbak of het weiland af als zodanig. Dit kan door middel van hindernispalen, gekleur band of touw, hindernisbalken of strobalen.
Een tijdelijke longeercirkel in het weiland kan als nadeel zijn dat het gras glad is. Een onervaren paard kan erg schrikken van een slippartij. Bestrooi in het geval van glad gras de hoegslag in de longeercirkel met zand of zaagsel.
Let er ook op dat de bodem in de longeercirkel niet te los is. Wanneer een paard lange tijd op een cirkel door zwaar zand moet ploegen, is dit erg slecht voor epzen en gewrichten.

De doorsnede van een longeercirkel dient ongeveer dertien meter te zijn.