Cella

Naam : Cella
Geboren : 2002
Ruiter : Ben Maher (Afganistan)

Belangrijke sportresultaten:
teamgoud en individueel zilver EK Herning 2013 *

1e GP Wellington 2014 *
1e Nations Cup Dublin *
1e GCT Londen 2013 *

Uitspraak van ruiter:

Fokker Marc Kluskens: 'De paarden uit mijn stam zijn van nature voor-zichtig' Ruiter Ben Maher: 'Ze heeft ongelooflijk veel power; tijdens een galopje merk je dat al' Ruiter Ben Maher: 'Ik werd letterlijk uit het zadel geblazen, zo extreem sterk is ze' Ruiter Dieter Laheyne: 'Een apart karakter. Niet dat Cella niet braaf was, maar ze was heel rillerig' Ruiter Dieter Laheyne: 'Ze had een extreem sterke galop. Controle houden bleef een lastig punt'

Overige informatie:

Cella kwam ter wereld als Centoia van ’t Roosakker. Die naam moet een lichtje doen branden. Vele paarden met dat achtervoegsel gooien hoge ogen in de internationale springsport. De man achter stal ’t Roosakker in het Vlaamse Sint-Gillis-Waas is Marc Kluskens. Aan de basis van de fokkerij van Kluskens staat de merrie Rosanne van de Withoeve (Major de la Cour x Fleuri du Manoir), de oma van Cella. ‘Ik kocht Rosanne als jaarling. Ze komt uit een goede stam, maar dat wist ik toen nog niet. Later kwam ik erachter dat haar broer op 1.50m-niveau springt. Haar moeder had ook veel klasse, al was ze moeilijk te rijden. Ik heb uit Rosanne een veulen van Chin Chin gefokt. Daardoor is de kwaliteit gebleven, maar kreeg ik misschien een wat makkelijker veulen.’ Dat veulen was Usha van ’t Roosakker. De nu zeventienjarige bruine merrie werd gereden door onder andere Marlon Modolo Zanotelli en Eiken Sato. Usha is Rosanna’s enige veulen. Toen ze vier jaar was verkocht Kluskens haar. Van Usha zijn tot nu toe acht nakomelingen geboren, via embryo-transplantatie, waaronder Centoia. Cento, die machtige Holsteiner-hengst die onder Otto Becker in 2002 de wereldbeker won en olympisch goud met het Duitse team in Sydney, is haar vader. Kluskens kan zich niet herinneren dat het veulentje Centoia veel indruk op hem maakte. ‘Pas als ze gaan springen vallen ze op’, vertelt hij. De fokker verkoopt zijn paarden meestal als ze al wat doorgereden zijn. Daarvoor werkt hij samen met Dieter Laheyne. ‘Een fijne ruiter met wie ik het uitstekend kan vinden. Ik heb evenveel plezier als ik één van m’n fokproducten goed zie springen op een wedstrijd voor jonge paarden als wanneer er eentje een internationale Grote Prijs gewonnen heeft. De kwali-teit van de paarden uit mijn stam zit in het feit dat ze van nature voorzichtig zijn, een goeie kop hebben en over het hout willen. Maar ook belangrijk is dat ze terug kunnen springen. De betere paarden zijn ook altijd een beetje delicaat’, beseft Kluskens. ‘Boven de staanders uit’ Speciaal was Centoia zeker. Dat kan de ruiter die de jonge paarden bij Kluskens rijdt beamen. Dieter Laheyne: ‘Toen ze vier jaar was heeft een kameraad van me eerst twee keer op haar gezeten en daarna heb ik de opleiding van de jonge Centoia op me genomen. Ze had een heel apart karakter. Niet dat ze niet braaf was, maar ze was heel rillerig. Ik moest echt stil op haar zitten, anders was ze zo weg. Ze had een extreem sterke galop en enorm veel vermogen. De controle houden bleef een lastig punt, ook toen ze al wat langer onder het zadel was. Maar ze was een harde werker die altijd over het hout wilde. Fouten maken wilde ze absoluut niet.’ Laheyne bracht Cella vier keer uit op een oefenparcoursje. Ook daar bleek haar ongelooflijke voorzichtigheid. ‘Ik kan me herinneren dat ik er één of twee keer naast lag omdat ik haar niet kon uitzitten.’ Het springvermogen van de jonge schimmel viel al snel op. Peter Lauwers uit Borsbeek: ‘Ik zag haar springen op een klein concoursje hier in de buurt. Ze sprong boven de staanders uit, dat was fantastisch. Maar tussen de hindernissen door… niet om aan te zien. Ik wilde haar wel eens proberen. ‘Ga maar met haar springen’, zei Kluskens. Maar dat ze kon springen was wel duidelijk. Ik heb een uur met haar dressuur gereden en over een paar balkjes gegaloppeerd. Toen heb ik haar gekocht. Die zomer thuis heb ik alleen maar aan de dressuur gewerkt. Ze bokte nooit en was absoluut niet gemeen, maar wel stoer. Het was heel moeilijk om de juiste verbinding te krijgen. Pas in de winter ging ik met haar op wedstrijd. Bij het in-springen kon ze niet normaal over een kruisje gaan, dat ging dan weer veel te onbesuisd. Een topmentaliteit had ze, maar ze kon haar kracht nog niet inschatten. En ze wilde het lekker op haar eigen manier doen. In het parcours kon je er echter wel van op aan dat ze foutloos bleef.’ Er was dan ook veel vraag naar de fanatieke schimmelmerrie. Maar nooit ging Lauwers daar op in. Hij wilde Centoia eerst fijn opleiden. ‘Ze moest eerst leren haar lichaam beter te ge-bruiken.’ En dat lukte. Lauwers en de merrie sprongen zich steeds meer in de kijker. Centoia had de capaciteiten om internationaal goed mee te kunnen komen. Vandaar dat Lauwers haar naar Kristof Cleeren bracht. Hij was dan ook degene die Cella als eerste in een grotere wedstrijd aan de start bracht. ‘Peter Lauwers had me gevraagd om Cella internationaal in de kijker te rijden. Mijn groom haalde haar op met de vrachtwagen en reed meteen door naar Moorsele. Drie dagen achter elkaar reed ik haar in de kleine tour. Ik had direct door dat Cella iets bij-zonders was. Ze had net dat beetje extra en kwam nooit in moeilijkheden in het parcours. Bo-vendien was ze heel erg gemakkelijk in de omgang, gewoon superbraaf. Cella is er eentje die me altijd zal bijblijven, ook al heb ik haar maar heel kort op stal gehad.’ Kort na hun eerste kennismaking won het duo de Grote Prijs van Duinkerken, om te vervolgen met een vierde plek in een andere tweesterren-GP. Twee maanden waren voldoende om ervoor te zorgen dat er overal over ‘de nieuwe schimmel van Cleeren’ gesproken werd. Ruwe diamant Niet de minste ruiter kwam langs om haar te proberen: wereldbekerwinnaar van 1984, Mario Deslauriers. Hij kon goed met Centoia overweg en zag in haar een ruwe diamant die na wat bijslijpen zijn toppaard kon worden. Sponsor Jane Forbes Clark, onder andere voorzitter van de Equestrian Team Foundation in de USA, kocht de merrie voor hem. Zo vertrok Cella – want zo werd ze vanaf dat moment genoemd – eind 2010 de grote plas over. Het duurde even voordat de Canadese Amerikaan de juiste afstemming met zijn nieuwe partner kreeg. Hij startte haar op het Winter Equestrian Festival in Wellington, de ideale tour om elkaar te leren kennen. ‘Onze prestaties wisselden nogal; ze kon er de ene keer twee afspringen, omdat ze zo fanatiek was. Een andere keer waren we heel mooi foutloos in het basisparcours maar werd ze weer te heet in de barrage.’ In de eerste grote indoorwedstrijd die Deslauriers met Cella reed, gingen ze echter als een scheermes: ‘We wonnen meteen. Cella deed het geweldig. Ik hoefde me nooit druk te maken of ze erover kon. Dat wilde en kon ze áltijd.’ De mooiste zege van Deslauriers/Cella was de met 200.000 Amerikaanse dollar gedoteerde CSI3* American Invitational in Tampa. De maand daarvoor, tijdens de selectiewedstrijden voor de Olympische Spelen in Wellington, kampte ze met kiespijn: ‘Het was ongelooflijk hoe ze er na die gedwongen pauze zo voor ging. Gewoon binnenlopen en de klus klaren. Cella was snel en scherp. Ze krulde zich over de hindernissen. In de barrage kwamen we meteen in een goed ritme en werd ze eigenlijk nog beter. Het was een wedstrijd waarin alles klopte.’ De teleurstelling was dan ook groot toen Clark na de zomer besloot om haar paarden bij De-slauriers weg te halen. ‘Zo gaan dingen soms. Ik kan het niet terugdraaien, maar vond het vre-selijk dat ik Urico en Cella kwijt was.’ Echte diva Hun nieuwe ruiter werd de Brit Ben Maher: ‘Eind 2012 kwam Cella bij ons op stal. Ik kende haar niet van de periode dat ze onder Mario liep, al had ik haar wel eens zien lopen in Wel-lington en in Europa. Maar de eerste keer dat ik op haar zat vergeet ik nooit meer! Ze heeft ongelooflijk veel power; tijdens een galopje merk je dat al. Haar manier van springen vond ik echt apart, ik werd letterlijk uit het zadel geblazen, zo extreem sterk is ze. Vanaf dag één maakte ze dus een onuitwisbare indruk.’ De ruiter moest wennen aan de kracht van de merrie en ook aan haar karakter. ‘Cella heeft een heel eigen willetje. Ze doet het op haar manier, of niet. Ik heb niet geprobeerd haar manier van lopen of springen te beïnvloeden of veranderen, maar meer geprobeerd mijn rijstijl aan te passen.’ Volgens Maher is Cella een echte diva. Ze weet dat ze belangrijk is en ziet de andere paarden op stal niet staan. Speciaal voor haar is de vrachtwagen aangepast; ze neemt de halve ruimte in beslag. Cella is slechts geïnteresseerd in drie dingen: winnen, eten en haar groom, Joy Montgomerie. Als Joy in het zicht komt gaan haar oortjes naar voren en komt ze naar haar toe. Ze kan een potje breken bij de merrie en is de enige die haar rijdt, naast de baas zelf. Springen doet ze echter alleen onder Maher. Volgens hem lijkt Cella wel op hemzelf: allebei willen ze de beste zijn! Of Cella zijn beste paard is, kan de ruiter niet zeggen. ‘Ik ben in de gelukkige positie dat ik heel goede paarden op stal heb momenteel. Ze worden allemaal op het juiste moment ingezet in rubrieken die bij hen passen. Sommige springen liever binnen, in een kleinere ring, andere gedijen beter op outdoor-parcoursen. Tripple X, Cella en Urico zijn het meest ervaren en die kunnen allemaal pieken. Cella trekt wel de nodige aandacht, omdat ze een kampioenspaard is en eigenlijk altijd vooraan meedoet. Mijn doel met haar zijn de World Equestrian Games in Normandië, maar het seizoen duurt nog lang. Er kan nog veel gebeuren.’ Veulen? Voordat ze aan haar wedstrijdcarrière begon kreeg Cella al drie kinderen. Deze Hera van ’t Roosakker, Handor van ’t Roosakker en de bij het AES goedgekeurde Happy Wandor van ’t Roosakker zijn nu zeven jaar oud. Alle drie stammen ze van de Landor S-zoon Wandor van de Mispelaere. Cella is pas twaalf en heeft dus nog wat jaartjes voor de boeg in de sport. Ei-genaar Jane Clark is degene die het laatste woord heeft over wat er met Cella gebeurt als ze met pensioen gaat. Maher: ‘Voor mij is de sport het enige wat telt. Ik heb wel een aantal fok-merries thuis, en gepensioneerde en jonge paarden. Stel dat het zover komt dat Cella ingezet wordt voor de fokkerij dan sla ik het aanbod om één van haar nakomelingen te rijden uiteraard niet af, dat is duidelijk!’

 

Stamboek : BWP (BEL)

Overige informatie: Cella kwam ter wereld als Centoia van ’t Roosakker. Die naam moet een lichtje doen branden. Vele paarden met dat achtervoegsel gooien hoge ogen in de internationale springsport. De man achter stal ’t Roosakker in het Vlaamse Sint-Gillis-Waas is Marc Kluskens. Aan de basis van de fokkerij van Kluskens staat de merrie Rosanne van de Withoeve (Major de la Cour x Fleuri du Manoir), de oma van Cella. ‘Ik kocht Rosanne als jaarling. Ze komt uit een goede stam, maar dat wist ik toen nog niet. Later kwam ik erachter dat haar broer op 1.50m-niveau springt. Haar moeder had ook veel klasse, al was ze moeilijk te rijden. Ik heb uit Rosanne een veulen van Chin Chin gefokt. Daardoor is de kwaliteit gebleven, maar kreeg ik misschien een wat makkelijker veulen.’ Dat veulen was Usha van ’t Roosakker. De nu zeventienjarige bruine merrie werd gereden door onder andere Marlon Modolo Zanotelli en Eiken Sato. Usha is Rosanna’s enige veulen. Toen ze vier jaar was verkocht Kluskens haar. Van Usha zijn tot nu toe acht nakomelingen geboren, via embryo-transplantatie, waaronder Centoia. Cento, die machtige Holsteiner-hengst die onder Otto Becker in 2002 de wereldbeker won en olympisch goud met het Duitse team in Sydney, is haar vader. Kluskens kan zich niet herinneren dat het veulentje Centoia veel indruk op hem maakte. ‘Pas als ze gaan springen vallen ze op’, vertelt hij. De fokker verkoopt zijn paarden meestal als ze al wat doorgereden zijn. Daarvoor werkt hij samen met Dieter Laheyne. ‘Een fijne ruiter met wie ik het uitstekend kan vinden. Ik heb evenveel plezier als ik één van m’n fokproducten goed zie springen op een wedstrijd voor jonge paarden als wanneer er eentje een internationale Grote Prijs gewonnen heeft. De kwali-teit van de paarden uit mijn stam zit in het feit dat ze van nature voorzichtig zijn, een goeie kop hebben en over het hout willen. Maar ook belangrijk is dat ze terug kunnen springen. De betere paarden zijn ook altijd een beetje delicaat’, beseft Kluskens. ‘Boven de staanders uit’ Speciaal was Centoia zeker. Dat kan de ruiter die de jonge paarden bij Kluskens rijdt beamen. Dieter Laheyne: ‘Toen ze vier jaar was heeft een kameraad van me eerst twee keer op haar gezeten en daarna heb ik de opleiding van de jonge Centoia op me genomen. Ze had een heel apart karakter. Niet dat ze niet braaf was, maar ze was heel rillerig. Ik moest echt stil op haar zitten, anders was ze zo weg. Ze had een extreem sterke galop en enorm veel vermogen. De controle houden bleef een lastig punt, ook toen ze al wat langer onder het zadel was. Maar ze was een harde werker die altijd over het hout wilde. Fouten maken wilde ze absoluut niet.’ Laheyne bracht Cella vier keer uit op een oefenparcoursje. Ook daar bleek haar ongelooflijke voorzichtigheid. ‘Ik kan me herinneren dat ik er één of twee keer naast lag omdat ik haar niet kon uitzitten.’ Het springvermogen van de jonge schimmel viel al snel op. Peter Lauwers uit Borsbeek: ‘Ik zag haar springen op een klein concoursje hier in de buurt. Ze sprong boven de staanders uit, dat was fantastisch. Maar tussen de hindernissen door… niet om aan te zien. Ik wilde haar wel eens proberen. ‘Ga maar met haar springen’, zei Kluskens. Maar dat ze kon springen was wel duidelijk. Ik heb een uur met haar dressuur gereden en over een paar balkjes gegaloppeerd. Toen heb ik haar gekocht. Die zomer thuis heb ik alleen maar aan de dressuur gewerkt. Ze bokte nooit en was absoluut niet gemeen, maar wel stoer. Het was heel moeilijk om de juiste verbinding te krijgen. Pas in de winter ging ik met haar op wedstrijd. Bij het in-springen kon ze niet normaal over een kruisje gaan, dat ging dan weer veel te onbesuisd. Een topmentaliteit had ze, maar ze kon haar kracht nog niet inschatten. En ze wilde het lekker op haar eigen manier doen. In het parcours kon je er echter wel van op aan dat ze foutloos bleef.’ Er was dan ook veel vraag naar de fanatieke schimmelmerrie. Maar nooit ging Lauwers daar op in. Hij wilde Centoia eerst fijn opleiden. ‘Ze moest eerst leren haar lichaam beter te ge-bruiken.’ En dat lukte. Lauwers en de merrie sprongen zich steeds meer in de kijker. Centoia had de capaciteiten om internationaal goed mee te kunnen komen. Vandaar dat Lauwers haar naar Kristof Cleeren bracht. Hij was dan ook degene die Cella als eerste in een grotere wedstrijd aan de start bracht. ‘Peter Lauwers had me gevraagd om Cella internationaal in de kijker te rijden. Mijn groom haalde haar op met de vrachtwagen en reed meteen door naar Moorsele. Drie dagen achter elkaar reed ik haar in de kleine tour. Ik had direct door dat Cella iets bij-zonders was. Ze had net dat beetje extra en kwam nooit in moeilijkheden in het parcours. Bo-vendien was ze heel erg gemakkelijk in de omgang, gewoon superbraaf. Cella is er eentje die me altijd zal bijblijven, ook al heb ik haar maar heel kort op stal gehad.’ Kort na hun eerste kennismaking won het duo de Grote Prijs van Duinkerken, om te vervolgen met een vierde plek in een andere tweesterren-GP. Twee maanden waren voldoende om ervoor te zorgen dat er overal over ‘de nieuwe schimmel van Cleeren’ gesproken werd. Ruwe diamant Niet de minste ruiter kwam langs om haar te proberen: wereldbekerwinnaar van 1984, Mario Deslauriers. Hij kon goed met Centoia overweg en zag in haar een ruwe diamant die na wat bijslijpen zijn toppaard kon worden. Sponsor Jane Forbes Clark, onder andere voorzitter van de Equestrian Team Foundation in de USA, kocht de merrie voor hem. Zo vertrok Cella – want zo werd ze vanaf dat moment genoemd – eind 2010 de grote plas over. Het duurde even voordat de Canadese Amerikaan de juiste afstemming met zijn nieuwe partner kreeg. Hij startte haar op het Winter Equestrian Festival in Wellington, de ideale tour om elkaar te leren kennen. ‘Onze prestaties wisselden nogal; ze kon er de ene keer twee afspringen, omdat ze zo fanatiek was. Een andere keer waren we heel mooi foutloos in het basisparcours maar werd ze weer te heet in de barrage.’ In de eerste grote indoorwedstrijd die Deslauriers met Cella reed, gingen ze echter als een scheermes: ‘We wonnen meteen. Cella deed het geweldig. Ik hoefde me nooit druk te maken of ze erover kon. Dat wilde en kon ze áltijd.’ De mooiste zege van Deslauriers/Cella was de met 200.000 Amerikaanse dollar gedoteerde CSI3* American Invitational in Tampa. De maand daarvoor, tijdens de selectiewedstrijden voor de Olympische Spelen in Wellington, kampte ze met kiespijn: ‘Het was ongelooflijk hoe ze er na die gedwongen pauze zo voor ging. Gewoon binnenlopen en de klus klaren. Cella was snel en scherp. Ze krulde zich over de hindernissen. In de barrage kwamen we meteen in een goed ritme en werd ze eigenlijk nog beter. Het was een wedstrijd waarin alles klopte.’ De teleurstelling was dan ook groot toen Clark na de zomer besloot om haar paarden bij De-slauriers weg te halen. ‘Zo gaan dingen soms. Ik kan het niet terugdraaien, maar vond het vre-selijk dat ik Urico en Cella kwijt was.’ Echte diva Hun nieuwe ruiter werd de Brit Ben Maher: ‘Eind 2012 kwam Cella bij ons op stal. Ik kende haar niet van de periode dat ze onder Mario liep, al had ik haar wel eens zien lopen in Wel-lington en in Europa. Maar de eerste keer dat ik op haar zat vergeet ik nooit meer! Ze heeft ongelooflijk veel power; tijdens een galopje merk je dat al. Haar manier van springen vond ik echt apart, ik werd letterlijk uit het zadel geblazen, zo extreem sterk is ze. Vanaf dag één maakte ze dus een onuitwisbare indruk.’ De ruiter moest wennen aan de kracht van de merrie en ook aan haar karakter. ‘Cella heeft een heel eigen willetje. Ze doet het op haar manier, of niet. Ik heb niet geprobeerd haar manier van lopen of springen te beïnvloeden of veranderen, maar meer geprobeerd mijn rijstijl aan te passen.’ Volgens Maher is Cella een echte diva. Ze weet dat ze belangrijk is en ziet de andere paarden op stal niet staan. Speciaal voor haar is de vrachtwagen aangepast; ze neemt de halve ruimte in beslag. Cella is slechts geïnteresseerd in drie dingen: winnen, eten en haar groom, Joy Montgomerie. Als Joy in het zicht komt gaan haar oortjes naar voren en komt ze naar haar toe. Ze kan een potje breken bij de merrie en is de enige die haar rijdt, naast de baas zelf. Springen doet ze echter alleen onder Maher. Volgens hem lijkt Cella wel op hemzelf: allebei willen ze de beste zijn! Of Cella zijn beste paard is, kan de ruiter niet zeggen. ‘Ik ben in de gelukkige positie dat ik heel goede paarden op stal heb momenteel. Ze worden allemaal op het juiste moment ingezet in rubrieken die bij hen passen. Sommige springen liever binnen, in een kleinere ring, andere gedijen beter op outdoor-parcoursen. Tripple X, Cella en Urico zijn het meest ervaren en die kunnen allemaal pieken. Cella trekt wel de nodige aandacht, omdat ze een kampioenspaard is en eigenlijk altijd vooraan meedoet. Mijn doel met haar zijn de World Equestrian Games in Normandië, maar het seizoen duurt nog lang. Er kan nog veel gebeuren.’ Veulen? Voordat ze aan haar wedstrijdcarrière begon kreeg Cella al drie kinderen. Deze Hera van ’t Roosakker, Handor van ’t Roosakker en de bij het AES goedgekeurde Happy Wandor van ’t Roosakker zijn nu zeven jaar oud. Alle drie stammen ze van de Landor S-zoon Wandor van de Mispelaere. Cella is pas twaalf en heeft dus nog wat jaartjes voor de boeg in de sport. Ei-genaar Jane Clark is degene die het laatste woord heeft over wat er met Cella gebeurt als ze met pensioen gaat. Maher: ‘Voor mij is de sport het enige wat telt. Ik heb wel een aantal fok-merries thuis, en gepensioneerde en jonge paarden. Stel dat het zover komt dat Cella ingezet wordt voor de fokkerij dan sla ik het aanbod om één van haar nakomelingen te rijden uiteraard niet af, dat is duidelijk!’